De bedoeling is om hier een credo te plaatsen, maar voordat ik daaraan begin, is het misschien best interessant om te weten wat een credo nu precies is. Daarom heb ik het even voor jullie opgezocht (en uiteraard ook voor mezelf, tja beetje lastig schrijven als je niet exact weet wat je moet schrijven).
Credo: (het) komt uit het Latijn en betekent ik geloof 1. apostolische geloofsbelijdenis (naar het eerste woord in het Latijn genoemd) 2. (fig.) belijdenis van diepe, innige overtuiging.
Tja, of we hier nu iets mee opschieten weet ik niet. Voor mij hangt er een beetje een mysterieuze waas rond dit woord. Desalniettemin zal ik in dit bericht iets vertellen over de do's en dont's (die ik tot nu toe heb weten te bedenken / tegengekomen ben) van een muziekdocent.
Ik ben van mening dat (muziek)lesgeven iets heel persoonlijks is en dat je dat vooral persoonlijk moet houden.
't Is net een recept: meng alle ingrediënten die jij belangrijk vindt, stop daar de tips en tops bij die je krijgt, een grote hoop feedback en een uiteraard je eigen aroma et voila: jou eigen weg tot muziekdocent staat rustig op te warmen in de oven.
Uiteraard heeft iedereen een eigen mening over dat recept, ik dus ook. Ik wil met alle liefde het een en ander over mijn persoonlijk recept vertellen, maar dat is zeker niet definitief. Ik ben namelijk van mening dat mijn recept door de jaren heen zal veranderen. Dat idee vind ik heel prettig, dat betekent namelijk dat je jezelf blijft herontdekken, blijft ontwikkelen en blijft vernieuwen.
Belangrijke ingrediënten uit mijn recept tot een succesvolle muziekdocent:
Muzikaliteit: knap lastig als je niet muzikaal bent en toch muziekles gaat geven...
Creativiteit en vindingrijkheid: niet alleen denken aan de muziek zelf hier.
Hart voor het vak waarbij enthousiasme en passie natuurlijk niet kunnen ontbreken. Hierbij horen ook de al eerder genoemde woorden ontwikkelen, vernieuwen en herontdekken.
Inlevings- en invoelingsvermogen: heel prettig als je deze eigenschappen onder de knie hebt, communicatie wordt makkelijker, je voelt je leerlingen beter aan, je lessen zullen soepeler lopen: een enorme positieve spiraal is met deze twee woorden gemoeid.
Geduld: zowel naar jezelf als naar je leerlingen. Niet alles gaat met een knip in je vingers direct goed, gun je leerlingen en jezelf de tijd.
Helderheid, structuur en consequent zijn: ook voor beide partijen essentieel. Deze zijn belangrijk om op alle vlakken toe te passen. Wat wil ik bereiken deze les; wat verwacht ik van de kinderen; heb ik goed voorbereid; is mijn uitleg duidelijk; heldere regels; ben ik consequent in het toepassen van die regels etc.
Fouten durven/kunnen maken: dat is namelijk helemaal niet erg. Het zijn prima leermomenten.
Kunnen/durven reflecteren op jezelf en op anderen en die feedback kunnen aanvaarden: niet alleen voor jezelf, maar denk bijvoorbeeld eens aan het beoordelen van je leerlingen en het kunnen onderbouwen van die beoordeling, zonder iemand direct in de grond te boren.
Flexibiliteit: need I say more? Op alle vlakken toe te passen.
Zowel zelfstandig kunnen werken als een teamplayer zijn.
Aandacht hebben en kunnen luisteren.
Humor en het vermogen tot relativeren: een lach doet het altijd goed.
Openstaan voor alles, veiligheid creëren en vertrouwen uitstralen.
Kundigheid is natuurlijk ook best een interessant punt: weet waar je over praat, beheers je eigen vakgebied.
Boeiend vertellen/uitleggen.
Ballen tonen: ze zijn soms wel nodig voor dit vak.
Tot zover even mijn ingrediënten. Dit lijstje zal nog flink gaan veranderen, als me nog iets te binnen schiet zal dat toegevoegd worden.
donderdag 31 december 2009
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten